‘ik dacht dat ik jong was en flexibel’
‘je bent ook niets gewend’
zegt zij. Ze glimlacht
en steekt haar handen naar me uit
ik spuug in haar gezicht
sla haar met mijn vlakke hand
ik haat haar ik
haat haar met haar
vale woorden en haar strak
getrokken en schaap-
achtige gelaat
ik kijk naar rimpels
die met make-up zijn dichtgeplakt
en zie de tranen
die ze achter haar contactlenzen bewaart
niets gewend
of
gewoon nog niet zo
afgestompt denk ik
mijn god wat denk ik veel
en zoveel ook
door elkaar
en glimlach terug
naar haar
‘je bent wat ik ook wel ken,’
zegt mijn moeder
‘een old man’s darling’
het is waar
een combinatie van gevoegelijkheid
en vuur
die je spannend maakt maar niet
afstandelijk
de oude man is makkelijk
ondanks zijn zelfbewustheid
open
vanwege zijn onbereikbaarheid
het is enkel een spel
van plagen
uitdagen
complimenteren
koketteren
veel liever speelde ik het spelletje
als een old woman’s darling
vrouwen wiens schoonheid
groeit evenredig
met hun zelfkennis
een lichte gereserveerdheid
stijl, klasse
maar ik ken ze niet
of ze zijn er niet
of ze willen me niet