schrijf een gedicht, zelfstandig of met begeleiding
uitleg per stap (voor docenten en begeleiders)
doensnappenstap 2: lijstje maken 2 van 10
Je hebt gekozen voor het onderwerp: iets voor een ander doen.
Rond dat onderwerp heb je vast verschillende herinneringen.
- Heb jij ook wel eens iets voor iemand gedaan? Wat was het en hoe ging het?
- Misschien moést je wel eens iets voor iemand doen, terwijl je dat eigenlijk niet wilde?
- Soms doe je per ongeluk iets voor een ander?
- Of heeft iemand wel eens iets voor jou gedaan?
Iets wat heel aardig was, of juist iets waar je niet zo blij mee was…
Maak een lijstje met momenten uit je eigen leven die te maken hebben met dingen voor een ander doen. Noteer iedere herinnering in enkele steekwoorden, zoals in het voorbeeld.
VOORBEELD
- Verjaardagstaart gekregen
- N. belt midden in de nacht
- Gitaar mee in vliegtuig
- Band plakken
- Bloemen van de afvalberg
- Raam kapot
stap 2: lijstje maken 2 van 10
Doen:
Laat de deelnemer een lijstje maken met een aantal herinneringen rondom het gekozen onderwerp. Lukt dat niet? Voer een gesprekje over het onderwerp, zodat er vanzelf herinneringen boven komen.
Laat de deelnemer vertellen over een of enkele specifieke herinnering(en). Vraag door, zorg dat het verhaal specifiek wordt.
Waarom een lijstje:
Het maken van een lijstje geeft de deelnemer de tijd om rustig na te denken over het onderwerp. Zo komt hij op nieuwe ideeën, nieuw materiaal.
Bovendien heeft de dichter met een lijstje de mogelijkheid een keuze te maken. Sommige verhalen wil je niet met iedereen delen. Ook zijn niet alle verhalen geschikt voor een gedicht.
Maak de dichter duidelijk dat het lijstje voor hem zelf is, ter herinnering. Het hoeft er niet mooi uit te zien of te 'kloppen'. Steekwoorden voldoen. Wie niet kan schrijven kan een tekenlijstje maken.