schrijf een gedicht, zelfstandig of met begeleiding
uitleg per stap (voor docenten en begeleiders)
doensnappenstap 5: schrappen 5 van 10
Een gedicht is qua vorm vaak nogal compact. Er staat geen overbodig woord in.
VOORBEELD
Opa is de baas van de boot. Hij weet hoe alles werkt. Als we moeten aanleggen roept hij de anderen toe wat ze moeten doen. Doorduwen! De touwen op de kant!
Vlak voor de boot tegen de wal aanvaart zet opa één been op de kant. De boot drijft terug de plas op. Opa zijn benen gaan steeds verder uit elkaar. Wij roepen ‘pas op!’ Vloekend valt hij in het water.
Om van een verhaal een gedicht te maken, moeten er heel wat woorden weg. Kijk maar naar het voorbeeld.
Met schrappen breng je de tekst terug tot zijn kern.
Lees je eigen tekst nog eens door.
Is alles wat jij opgeschreven hebt even belangrijk? Wat is voor jou de kern van het verhaal?
Haal de woorden weg die weg zouden kunnen.
Jouw tekst:
Om deze opdracht te kunnen doen, moet je eerst een tekst schrijven in stap 4.
stap 5: schrappen 5 van 10
Doen:
Laat de deelnemer zijn tekst opnieuw hardop voorlezen. Bespreek welke informatie echt van belang is en welke niet. Daarbij hoort ook de vraag; waar gaat de tekst eigenlijk over, wat is precíes het moment?
Waarom:
Geschreven taal is compacter dan gesproken taal. Gedichten vormen daarin een uiterste. Ieder woord heeft een betekenis. Schrappen dwingt de deelnemer tot nadenken over de woorden die hij kiest. Daarnaast moet hij inzoomen op wat belangrijk is: de beschrijving van een kort moment met veel details is interessanter dan een aantal momenten achter elkaar met weinig details. Dat vraagt om aandacht, scherp waarnemen en selecteren.
De deelnemer herleest zijn tekst grondig en streept de woorden door die minder relevant zijn. Er ontstaat overzicht en de deelnemer traint zijn gevoel voor wat wel of niet van belang is.
Voor wie bijschrijft:
Lees het gedicht voor aan de dichter. Vraag hem waar zijn tekst over gaat, wat het belangrijkste is. Zin voor zin bekijk je samen welke informatie nodig en welke overbodig is. Niet iedereen zal daar even gemakkelijk antwoord op geven. Door meer sturende vragen te stellen kun je de deelnemer begeleiden in het schrapproces. De deelnemer beslist uiteindelijk, jij reikt hem de mogelijkheden aan.