schrijf een gedicht, zelfstandig of met begeleiding
uitleg per stap (voor docenten en begeleiders)
doensnappenstap 2: lijstje maken2 van 10
Je hebt gekozen voor het onderwerp: vuurwerk afsteken.
Rond dat onderwerp heb je vast verschillende herinneringen:
- Heb je zelf weleens vuurwerk afgestoken?
- Hoe ging dat?
- Heb je wel eens gekeken hoe iemand anders vuurwerk afstak?
- Is er soms een speciale vuurpijl, zoals in het gedicht?
- Misschien ging er een keer iets mis?
- Heb je wel eens met rotjes gespeeld?
- Of moet je ineens denken aan die ene oudejaarsavond…
Maak een lijstje met momenten uit je eigen leven die te maken hebben met vuurwerk afsteken en oud & nieuw. Noteer iedere herinnering in enkele steekwoorden, zoals in het voorbeeld.
VOORBEELD
- alleen met oud & nieuw
- vuurpijl die niet afging
- in slaap gevallen
- mama maakt me wakker
- papa aangeschoten
stap 2: lijstje maken2 van 10
Doen:
Laat de deelnemer een lijstje maken met een aantal herinneringen rondom het gekozen onderwerp. Lukt dat niet? Voer een gesprekje over het onderwerp, zodat er vanzelf herinneringen boven komen.
Laat de deelnemer vertellen over een of enkele specifieke herinnering(en). Vraag door, zorg dat het verhaal specifiek wordt.
Waarom een lijstje:
Het maken van een lijstje geeft de deelnemer de tijd om rustig na te denken over het onderwerp. Zo komt hij op nieuwe ideeën, nieuw materiaal.
Bovendien heeft de dichter met een lijstje de mogelijkheid een keuze te maken. Sommige verhalen wil je niet met iedereen delen. Ook zijn niet alle verhalen geschikt voor een gedicht.
Maak de dichter duidelijk dat het lijstje voor hem zelf is, ter herinnering. Het hoeft er niet mooi uit te zien of te 'kloppen'. Steekwoorden voldoen. Wie niet kan schrijven kan een tekenlijstje maken.