schrijf een gedicht, zelfstandig of met begeleiding
uitleg per stap (voor docenten en begeleiders)
doensnappenstap 1: lezen en onderwerp kiezen 1 van 10
Lees het gedicht hiernaast. Er zitten verschillende onderwerpen in.
Opa,
ik stuurde je een vuurpijl.
Speciaal voor jou.
Ik wou nog even zeggen dat
ik een negen had
op mijn rapport.
Voor tekenen.
Jij houdt toch ook
van tekenen?
Kies een van de onderwerpen hieronder uit. Klik op degene die herinneringen bij je oproept.
stap 1: lezen en onderwerp kiezen 1 van 10
Doen:
Lees het gedicht voor en praat er even over: waar gaat het over, wat herken je?
Kies (samen) een onderwerp uit waar de deelnemer herinneringen bij heeft.
Waarom:
Iedereen vindt het leuk te vertellen over de dingen die hij meemaakt. Het dagelijks leven is dan ook het meest toegankelijke onderwerp voor een gedicht. De dichter hoeft niets te bedenken, maar kan putten uit zijn herinnering. Dat maakt de drempel tot vertellen en schrijven laag.
Zomaar iets gaan vertellen is soms lastig. Als begeleider draag je een onderwerp aan om de dichters op ideeën te brengen. In dit geval komt het onderwerp uit een gedicht. De deelnemer hoort zo meteen een voorbeeld. De begeleider kan ook zelf iets vertellen en daar een onderwerp aan verbinden.
Onderwerpen haal je uit je eigen leven.
Kijk voor ideeën in de lijst met onderwerpen of in de bloemlezing. Zie Gereedschap.